Geschiedenis

Ordo domus Sanctæ Mariæ Theutonicorum Hierosolymitanorum

De Duitse Orde werd tussen 1190 en 1198 gesticht in de overgang van de 2e naar de 3e kruistocht, in Akko, de havenplaats bij Jeruzalem.

Hermann von Salza, de 4e grootmeester van de Duitse Orde (1209-1239).

Rutger van Gemert, de Heer van het dorp Gemert, heeft zich op enig moment aangesloten bij de Duitse Orde.

En daarmee kwamen zijn bezittingen in handen van de Duitse Orde. De Duitse Orde legde uiteindelijk een claim op heel Gemert.

De familie van Rutger legde zich daar niet bij neer, maar in 1366 arbitreerde de Hertog van Brabant dat Gemert van de Duitse Orde was.

Het is daarmee de enigste plaats in de Nederlanden die in zijn geheel viel onder de Duitse Orde.

De  Orde kon er het kasteel en later een kerk gaan bouwen.

Helemaal onafhankelijk was de Orde in Gemert niet, ze kregen toestemming in 1391 van de Hertogin van Brabant om het kasteel te bouwen op voorwaarden dat de Hertog er mocht overnachten. Maar als de Orde dat niet gewild hadden, zouden ze nee gezegd hebben. Ze waren toen machtiger als de Hertog.

In 1410 vond een grote slag plaats in Grunwold, tegen de Polen. De Ridders werden afgeslacht.

In 1512, in de tijd van de Gelderse oorlogen, waren de Gemertenaren zeer beducht dat ze het voorrecht “in vrijheid te zitten en geen oorlog te ondervinden” zouden verliezen. Dat voorrecht, zo stelden zij, was hun verleend door de paus, de Hertog van Brabant, de Hertog van Gelre “en meer goede heren”. Het bleef bij het oude.

Ruim vijftig jaar later werd een oud-Gemertenaar, Gerard Fabri, benoemd tot pensionaris van den platten landen’ der Meierij van Den Bosch. Hij kwam speciaal naar Gemert terug om daar aan de “schepenen, gezworenen en nageburen te beloven paeijselick’ en in vrede in zijn privileges te laten”.
Nu ja, de macht van de Duitse Orde hielp wel.

De Vrede van Münster in 1648 maakte een einde aan de tachtigjarige vrijheidsstrijd tegen de opeenvolgende koningen van Spanje. De neutraliteit van onze vrije, soevereine heerlijkheid werd door de Hoogmogende Heren der Staten-Generaal erkend, maar vrij was Brabant niet, we waren ondergeschikt aan de Republiek.

Maar, net in deze tijd kreeg commandeur Van Hoensbroek ruzie met zijn superieuren. Toen een klacht bij de Grootmeester niet hielp, wendde de boze commandeur zich tot de Staten-Generaal. De Haagse heren zagen in Van Hoensbroek het breekijzer dat zij zochten om de status aparte van Gemert open te wrikken. En ze namen vervolgens Gemert in bezit.

Pas in 1662, na veel onderdrukking, maar ook sabotage, en betaling van 40.000 gulden, dat door het dorp betaald moest worden, werd de soevereiniteit erkend.
Gemert was een van de weinige plaatsen waar vrijheid van godsdienst was, met een katholieke en protestante school en kerk.

De “Commanderij Gemert” ging op de oude voet verder. Pas met de komst van de Franse revolutionaire soldaten, in september 1794, kwam er een einde aan de status aparte, gevormd en onderhouden door de Duitse Orde.
En werd Gemert, volgens de Fransen, bevrijd. En het kasteel “geconfisqueerd”, een mooie term voor jatten.

Deze vrijheid was echter maar relatief, Gemert werd er niet beter van. Ook de Fransen bleken bezetters.

In 1809 hief Napoleon de Duitse Orde op, althans in de landen waar hij zeggenschap had.

En in 1813 werd het kasteel van Gemert verkocht en was het definitief het einde van de Duitse Orde in Gemert.

De Duitse Orde heeft geen enkele relatie met het huidige Duitsland.
De Orde had vestigingen in het grootste deel van Europa.

Veel daarvan liggen buiten het grondgebied van het huidige Duitsland dat pas ontstond op 18 januari 1870 bijna 100 jaar nadat Napoleon de Orde ophief.

Bronnen

Archief Heemkunde kring Gemert
Erfgoed wiki (Gemert)